Introductie: In de introductie van een verhaal worden de hoofdpersonages en de setting geïntroduceerd. De lezers maken kennis met wie het personage is, wat hun doelen en verlangens zijn en in welke wereld ze leven. Dit is het begin van de reis waarbij de basis voor het verhaal wordt gelegd.
Conflict: Het conflict is het centrale probleem of de uitdaging waarmee het personage wordt geconfronteerd. Dit conflict zet de reis van het personage in gang en creëert spanning in het verhaal. Het kan intern (emotioneel) of extern (fysiek) zijn, maar het dwingt het personage om actie te ondernemen.
Hoogte- en Dieptepunten: Tijdens de reis van het personage zullen er hoogte- en dieptepunten zijn. Hoogtepunten zijn momenten van succes, vreugde of overwinning. Dieptepunten zijn momenten van tegenslag, verdriet of nederlaag. Deze ups en downs dragen bij aan de emotionele ontwikkeling van het personage en zorgen voor dynamiek in het verhaal.
Climax: De climax is het hoogtepunt van het verhaal waarin het conflict op zijn hoogtepunt komt. Het personage staat voor een beslissende keuze of confrontatie die de uitkomst van het verhaal zal bepalen. De spanning is op zijn hoogst en de lezer is benieuwd naar hoe het personage zal reageren.
Resolutie: Na de climax komt de resolutie, waarin het conflict wordt opgelost en de losse eindjes van het verhaal worden vastgebonden. Het personage ondergaat meestal een laatste verandering of groei en bereikt een nieuw niveau van begrip of inzicht. Dit kan leiden tot een bevredigend einde en een gevoel van afronding voor de lezer.
Dit patroon van introductie, conflict, hoogte- en dieptepunten, climax en resolutie vormt de basis van de reis van een personage in een verhaal. Het helpt om een boeiende en meeslepende verhaallijn te creëren die de lezers betrokken houdt bij het wel en wee van het personage.