Personages:

  • Tim: Een vrolijke man van middelbare leeftijd.
  • Sarah: Een jonge vrouw die gehaast lijkt te zijn.

(De scène speelt zich af op een drukke straat. Tim loopt rustig en zelfverzekerd, terwijl Sarah haastig voorbij komt.)

Tim: (vriendelijk) Goedemiddag! Wat een prachtige dag, nietwaar?

Sarah: (gestrest) Oh, sorry, ik heb haast. Ik moet op tijd op mijn werk zijn.

Tim: (glimlachend) Geen probleem, ik begrijp het. Werk wacht op niemand. Maar we mogen de kleine geneugten van het leven niet vergeten, toch?

Sarah: (stopt kort) Daar heb je gelijk in. Soms rennen we zo hard dat we vergeten te genieten van de kleine dingen.

Tim: Precies! Wat brengt jou hier op deze mooie ochtend?

Sarah: Nou, ik moet eigenlijk wat boodschappen doen voordat ik naar kantoor ga. Het is altijd een race tegen de klok.

Tim: (knikt begrijpend) Ik ken het gevoel. Werk, boodschappen, het lijkt nooit op te houden. Maar laten we niet vergeten om ook even stil te staan en te genieten van het moment.

Sarah: (glimlacht) Dat is waar. Bedankt voor het herinneren, meneer…

Tim: Tim, noem me maar Tim. En jij bent?

Sarah: Sarah. Het was leuk om even te praten, Tim. Ik moet nu echt gaan, maar ik zal proberen meer van deze mooie dag te genieten.

Tim: Dat klinkt als een goed plan, Sarah. Een fijne dag verder!

(Sarah glimlacht en haast zich weg, terwijl Tim rustig verder loopt.)

(Einde van de scène.)