Personages:
- Peter: Een oudere man die al lang in de buurt woont.
- Lisa: Een jonge vrouw die net is verhuisd.
(De scène speelt zich af voor de huizen van Peter en Lisa, waar ze elkaar ontmoeten.)
Peter: (kijkt geïrriteerd) Goedemiddag, Lisa. Ik wilde even met je praten over het gebruik van de gemeenschappelijke tuin.
Lisa: (verrast) Oh, hallo Peter. Natuurlijk, wat is er?
Peter: (serieus) Ik heb gemerkt dat je de laatste tijd veel spullen in de tuin achterlaat. Het begint een beetje rommelig te worden, en ik maak me zorgen over de uitstraling van onze buurt.
Lisa: (defensief) Oh, sorry daarvoor, Peter. Ik zal ervoor zorgen dat ik alles opruim. Maar het is toch een gemeenschappelijke ruimte, dus ik dacht dat het oké was om wat dingen daar te laten staan.
Peter: (zucht) Dat begrijp ik, maar we moeten ook rekening houden met elkaar. Misschien kunnen we een compromis sluiten over hoe we de ruimte gebruiken, zodat het voor iedereen prettig blijft.
Lisa: (nadenkend) Daar heb je gelijk in. Laten we samen kijken naar een oplossing die voor ons beiden werkt.
Peter: (knikt) Dat lijkt me een goed idee. Laten we erover praten en zien of we tot een overeenkomst kunnen komen.
Lisa: (glimlacht) Bedankt voor het open gesprek, Peter. Ik waardeer het dat je dit met me bespreekt in plaats van er boos over te worden.
Peter: (glimlacht terug) Geen probleem, Lisa. Laten we samenwerken om onze buurt een fijne plek te houden om te wonen.
(Lisa en Peter beginnen een constructief gesprek over mogelijke oplossingen voor het conflict.)
(Einde van de scène.)