voor elke groep, inclusief de toegewezen scènes, kunnen worden verstrekt om de praktische oefening soepel te laten verlopen. Deze toneelteksten moeten geschikt zijn voor het niveau van de leerlingen en kunnen verschillende genres, thema’s en complexiteit hebben, afhankelijk van de doelstellingen van de oefening.
Het is belangrijk dat de toneelteksten voldoende ruimte bieden voor interpretatie en het toepassen van verschillende regietechnieken. Daarnaast moeten ze geschikt zijn voor de grootte en samenstelling van de groepen, zodat elke groep voldoende materiaal heeft om mee te werken.
Indien mogelijk kunnen de toneelteksten ook worden aangepast aan de thema’s of onderwerpen die eerder in de lessen zijn behandeld, zoals de waarden van Ubuntu zoals liefde, samenwerking en zorg voor elkaar. Dit helpt bij het integreren van de praktische oefening in het bredere leerproces.
Het verstrekken van duidelijke kopieën van de toneelteksten zorgt ervoor dat alle leerlingen toegang hebben tot hetzelfde materiaal en kunnen zich richten op het oefenen van regieaanwijzingen en het verbeteren van hun scènes.
Toneeltekst: “De Verloren Sleutel”
Personages:
- Anna: Een nieuwsgierig meisje van 10 jaar oud.
- Tom: Anna’s beste vriend, avontuurlijk en behulpzaam.
- Oma: Anna’s wijze grootmoeder, vriendelijk en geduldig.
Scène 1: (Anna’s huis. Anna en Tom zijn aan het spelen.)
Anna: (Op zoekend) Ik kan mijn sleutel nergens vinden, Tom. Ik moet mijn huiswerk maken, maar ik kan niet naar binnen zonder mijn sleutel! Tom: (Kijkend rond) Laten we samen zoeken, Anna. Misschien ligt hij hier ergens. Anna: (Frustreert) Ik heb al overal gezocht! Misschien heeft Oma hem verstopt als een raadsel. Tom: (Lachend) Dat zou typisch Oma zijn. Laten we haar vragen!
Scène 2: (Binnen bij Anna’s huis. Anna en Tom praten met Oma.)
Anna: Oma, heb jij mijn sleutel verstopt als een raadsel? Oma: (Glimlachend) Misschien wel, lieverd. Maar een raadsel heeft altijd een oplossing. Tom: Wat voor raadsel, Oma? Oma: (Geheimzinnig) Een raadsel dat te maken heeft met de boom in de tuin. Misschien moet je daar eens gaan kijken.
Scène 3: (Buiten in de tuin, bij de boom.) Anna: (Opgewonden) Kijk, Tom! Daar glinstert iets tussen de bladeren! Tom: (Pakt iets op) Het is een sleutel, Anna! Je hebt hem gevonden! Anna: (Stralend) Dank je, Oma! Je raadsels zijn altijd een avontuur.
Deze eenvoudige toneeltekst biedt ruimte voor interpretatie en het toepassen van regieaanwijzingen. Het kan worden aangepast aan de behoeften en niveaus van de leerlingen, en het thema van avontuur en samenwerking sluit aan bij de doelstellingen van de oefening.